Eisen aan de aansluitvoeg
In overeenstemming met de specificaties van ÖNORM B5320 en de RAL-richtlijnen voor de installatie van ramen en voordeuren worden deze eisen onderverdeeld in 3 bereiken.
- Aan de buitenkant: bescherming tegen slagregen en uv-blootstelling
- In het midden: warmte- en geluidsisolatie
- Aan de binnenkant: een luchtdichte afdichting rondom
Voor het bouwproject wordt uit een reeks op elkaar afgestemde producten een passende voegafdichting gekozen. Al naargelang de bouwconstructie, de aansluitingssituatie en de inbouwomstandigheden kunnen verschillende producten worden gebruikt. In de meeste gevallen gaat het om de opbouw van een vensteraansluitvoeg die deze drie bereiken omvat.
1. Weerbestendig
De voeg moet aan de buitenkant bestand zijn tegen wind en slagregen, maar dampdoorlatend gerealiseerd worden.
2. Functioneel
Dit niveau bevindt zich tussen de buitenste en binnenste afdichting en dient voor de geluids- en warmte-isolatie in de aansluitzone. Hier moet de voeg zo veel mogelijk holtevrij worden aangebracht.
3. Ruimtelijk
Aan de binnenzijde moet een omgrenzende luchtdichtheid worden gecreëerd. Deze afdichting moet een hogere Sd-waarde hebben dan de afdichting aan de buitenkant.
Buitenkant: regen, wind, geluid, uv-blootstelling.
Ruimtelijk: verwarmingsenergie, luchtvochtigheid in de ruimte
Bouwwerk: beweging, toleranties
Raam: lengteverandering, eigen gewicht
Gebruik: verdeling van lasten, schokbelasting
Met al deze eisen moet bij de aansluitvoeg rekening gehouden worden. Een onberispelijk gebruik van ramen staat of valt met de aansluitvoeg. Bij deze werkzaamheden moeten de geldende technische informatiebladen in acht genomen worden.